from Dagboek eener reis door een gedeelte van Frankrijk en Italië Harlingen, [1862] by Geertruid W.G.J. Nes-Rinia van Nauta

6 September. Wij hadden bij het binnerijden eenig denkbeeld gekregen van de uitgestrektheid van eene stad, welke vroeger 100,000 inwoners telde, doch thans niet meer dan 30,000 bezit, hetgeen door de ledigheid en het vervallen voorkomen der huizen reeds genoegzaam merkbaar is. Alleen op de groote markt herschte nog eenige levendigheid. Men ziet er een zeer zonderling gothisch gebouw, la Podesteria (stadhuis) van rood gebakken steen, hetwelk niet lelijk is. Aan weerzijden van hetzelve bevinden zich de bronzen statuen te paard van Alessandro en Ranucio Farnese. Aan het einde der stad ziet men het oude kasteel Farnese, hetwelk nimmer is voltooid geworden enhetwelk thans veel van eene oude gevangenis heeft. De kathedrale, die een allerzonderlingsten gevel heeft, met barocque beelden versierd, is zeer groot, doch bezit inwendig niets merkwaardigs, dan een eenvoudig modern altaar van wit marmer. In de kerk St. Giovanni is eene fraaije schilderij van Cammacini, de aanbidding in den tempel voorstellende.